Haas haast, konijn hupt / (haaskonijn is lek, er komen korrels uit)
Haaskonijn beschouwt na
hij kijkt
of: steeds bleker kijkt hij (dat lijkt maar zo)
haaskonijn lijkt eerder een verbaasd, verdwaasd wild zwijn
dat de tonijn zat is, trekt daarom de berg op, weg van zijn rivier –
vandaar zit hij nu hier.
En oriënteert zich welig!
Spoedig edoch zal hij zich stierlijk vervelen
tot zijn lijf zich onder vleesetende vliegen en planten zal verdelen
het mos tiert daar natuurlijk wel welig bij
(natuur ook weer blij)
~
knuffel haaskonijn is dus gewoon lek
er komen korrels uit
maar in mijn fantasie draaft hij nog steeds recht op de finish af en dan weer terug
een spuwende draak indachtig
en maakt dan even een nodige tussenstop
de bosjes in*
om het dringend gevoel van plassen te staken
tussen zijn grote oren –
Een beetje verliefd
* niet te verwarren met een ‘kruisbesnuiving’
~ een duogedicht ~